Medio 2012 schreef ik een column over het kleinseminarie in Cadier en Keer.
Math, een van mijn beste kameraden van wat toen nog de lagere school heette, gaat daar naartoe. Ik dus ook. Dat doen goeie vrienden op die leeftijd. Ik ben dan twaalf jaar.
Math is niet meer. Altijd sportief maar een fatale ziekte is zijn lot. 

Na nog geen drie jaar heb ik het op dat kleinseminarie wel gezien en vertrek er weer.
Van enige roeping door wie dan ook blijkt bij nader inzien toch geen sprake. Bovendien laat ik mij door niemand een verplichte discipline opleggen. Dat heb ik nog steeds. Ik maak heus wel mijn eigen keuzes. Dat was ook toen al zo. Voldoende argumenten dus destijds om te vertrekken.
Die column -kleinseminarie- van vorig jaar heb ik ook zelf nog eens gelezen. Wat schreef ik toen anders, vind ik. Toch is het wel leuk om die nog eens te lezen want ik wil in deze column over de reünie natuurlijk niet hetzelfde gaan vertellen als wat ik toen al geschreven heb.
Van de andere kant: die column van vorig jaar hoort wel bij deze column. Samen maken ze het beeld en het verhaal compleet over het kleinseminarie, zoals ik dat heb beleefd, verteld en beschreven.

Een paar weken geleden hebben we een reünie gehad. Van en in Cadier en Keer. Inclusief overnachtingen. Als je benen meewerken, dat is niet meer bij iedereen, even weer naar de Bemelerberg. Destijds een periodiek verplichte wandeling om daar te gaan spelen. Geen idee meer wat we daar dan gingen doen. Die wandeling mag bij een reünie natuurlijk niet ontbreken. Evenmin als de traditionele Margratentocht op Hemelvaartsdag. De Margratentocht, zowel voor beginnende als geoefende wandelaars. Afstanden tussen de 7,5 en 40 kilometer. De wandelaars van die dag zie je dus ’s morgens al lopen en ’s avonds nog.

Terug naar onze reünie.
Mannen onder elkaar, inmiddels allemaal zo rond de zestig. Geweldig! Hoe herinneringen blijven leven en kleven. Af en toe even teruggaan in de geschiedenis en dan ben je weer helemaal terug in de tijd. Het is kijken naar die gezichten van destijds en dan zijn we er weer. Wij kennen en herkennen elkaar nog allemaal! En dat na bijna 50 jaar. Wat is dat mooi!
De oud-klasgenoten komen uit alle windstreken. Het weidse uitzicht vanuit Cadier en Keer over Maastricht was er vroeger ook, nu zien wij het en kunnen ervan genieten. De beeldentuin? Ik weet niet of iemand van de studenten ooit de schoonheid daarvan heeft gezien.
De cour, de refter, de kapel. Wij genieten in alle opzichten.

Uiteraard gaat het om elkaar na jaren weer te zien. Daarom is het een reünie.
Maar het is ook om die sfeer van weleer weer even te ruiken, te proeven, te smaken.
Daarom slaan wij ook ons bivak op in het gebouw van het kleinseminarie waar wij ooit verbleven, inclusief eten en slapen. En uiteraard veel, heel veel praten. Dat vind ik nog het mooist van al: praten over lang vervlogen herinneringen.

Tussendoor uiteraard wat stukjes wandelen, naar ieders wens.
Eerlijk gezegd heeft destijds de recreatiezaal op mij de meeste indruk gemaakt.
Daar heb ik de basis geleerd van biljarten. En van tafeltennis, zo je wilt pingpongen. Dat heb ik daarna nog vele jaren gedaan. Biljarten doe ik nog altijd, al bijna 50 jaar. De basis en liefde voor die sport leerde ik destijds in Cadier en Keer. Ja, als je het serieus beoefent, is biljarten een sport. Mensen die dan beginnen te grinniken, begrijpen vast niet wat ik bedoel.

In mijn columns noem ik zelden namen.
Naast Math wil ik een uitzondering maken voor Tedje, mede-reünist in Cadier en Keer. Hij heeft mij ook uitgenodigd, zo je wilt uitgedaagd om een column te schrijven over onze reünie. Dat betekent dus ook dat ik hem even onder de loep leg.
Ik moet mijn best doen om mij in te houden, dus even in het kort.

Tafeltennissen, zo je wilt pingpongen. Dat deden ook Ted en ik destijds regelmatig. Maar nou krijg ik na de reünie een bericht van Tedje, dat hij niet alleen moest pingpongen met een batje van de HEMA -lijkt mij niks mis mee- maar ook nog met een vierkant pingpongballetje. Ik heb ze wel eens sterker gehoord. Ik ken heel wat schilders maar slechts één Schilder.
Ted had als pingponger vast ongekende, fenomenale kwaliteiten. Volgens mij zijn die later nooit gebleken. Dat lag vast niet aan Ted.

Ik heb genoten van onze reünie.
Die was geweldig!
Onze afspraak voor volgend jaar verklap ik niet.

Ik ben columnist vanaf begin 2012. Al mijn columns kun je trouwens nog altijd weer teruglezen op www.bangersisters.nl

written by

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.