'Wrede gebruiken vroeger in overvloed op het Drentse platteland'

Jans Tabak is een echte Dievernaar. Zijn familie bewoont al 140 jaar dezelfde antieke boerderij aan de Achterstraat. Als kind is Jans zeer geïnteresseerd in alles wat met geschiedenis te maken heeft. Hij hangt aan de lippen van zijn opa, die graag herinneringen ophaalt aan vroeger.
Door de herinneringen van zijn opa heeft hij nu een schat aan verhalen in zijn hoofd. Wie hem vraagt naar de wrede gebruiken van vroeger, mag er gerust een paar uurtjes voor uittrekken.

Onvruchtbaar

"Het zoorholt was één van die gebruiken, heel wreed", vertelt Tabak. "Mijn opa heeft het nog meegemaakt. Het was een soort volksgericht dat tot aan het begin van de twintigste eeuw gewoonte was in de dorpen bij ons. Als een jongen en een meisje verkering hadden, ging men ervan uit dat ze gingen trouwen en dat er gauw een baby op komst zou zijn".
Als het meisje niet zwanger werd, de verkering uitging en de jongen vervolgens trouwde met een ander die wél een kind kreeg, dan was het tijd om de zoorholt uit de kast te halen. "De opgeschoten jongens van het dorp gingen naar het huis van het eerste meisje. Ze namen een stuk hout mee dat werd aangekleed als een pop: het zoorholt. Zoor staat voor dor, en dor staat voor onvruchtbaar. Dat was een signaal voor het dorp: dit meisje is onvruchtbaar. Daar moet je niet mee trouwen. Het meisje bleef inderdaad daarna vaak levenslang ongehuwd", legt Tabak uit.
De pop werd in een boom bij het huis van het bespotte meisje getakeld. Tabak: "Dat was natuurlijk een schande, die wilde je zo snel mogelijk weghalen. Maar om dat te bemoeilijken, werd de tak waaraan die pop hing half doorgezaagd. Zo was het risico groot dat je met tak en al naar beneden kwam als je de pop probeerde weg te halen. Het is bijna niet voor te stellen dat dit tot in de vorige eeuw nog gebeurde. Ik weet dat er in Diever ook een vrouw was die dit moest meemaken. Ze is inderdaad nooit meer aan de man gekomen."

Weggelopen echtgenotes

In Diever en omgeving was het ook gewoonte om een weggelopen echtgenote weer naar huis te halen en ook dit was een klusje voor de opgeschoten jeugd, meestal op de zaterdagavond. Tabak: "Als zo'n vrouw haar man had verlaten voor een ander, dan werd er een kar geregeld. Er werd een stoel op gezet en dan toog de beschonken dorpsjeugd naar het huis waar de vrouw zich ophield".
"Ik weet van een geval, ook dat verhaal vertelde mijn opa, van een vrouw die met het broodmes in de deur verscheen. Woedend was ze, dat ze werd opgehaald." De overspelige vrouwen werden door het hele dorp gereden. "Eén keer bleven ze met de kar in het zand steken. De jeugd vond dat de vrouw maar van de kar moest komen om mee te duwen, maar ze weigerde: "Ik zit op die kar en ik blijf erop, ook al duwen jullie je dood.""

Een Ruiner wapen

Ook het messentrekken was in Diever en omstreken, zo'n eeuw geleden, een heel normale zaak. Jans Tabak vertelt van een nieuwe huisarts die vertwijfeld uitriep dat het wel een slachthuis leek, zo veel messteken moest hij hechten. "Het was tijdens een jaarmarkt dat de arme man voor het eerst in dienst kwam. Wist hij veel dat de dorpsjeugd dan traditioneel op de vuist ging en daarbij het gebruik van het mes niet schuwde", lacht Jans Tabak.
"Men gaf elkaar graag een jaap over het gezicht. Een Ruiner wapen, werd zo'n litteken wel genoemd. En een zichzelf respecterende jongen had een mes op zak; een jongen zonder mes, dat was onbestaanbaar. Zo'n mes heette destijds wel een 'kloeze', naar de smid Kloeze, die ze maakte."
De wrede gebruiken van het Drentse dorp zijn de komende vier weken onderwerp van gesprek in Drenthe Toen, het geschiedenisprogramma op Radio Drenthe, dat op zondags wordt uitgezonden. Morgen zijn we er van 19.00-21.00 uur.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.