Zware kritiek op ‘visieloos’ gemeentebestuur Venlo

Het stadhuis van Venlo. © iStockphoto

Oppositie- én coalitiepartijen in Venlo hebben vernietigende kritiek op het gemeentebestuur. Ze verwijten Burgemeester en Wethouders een stuitend gebrek aan visie en daadkracht.

Peter Heesen

D66-raadslid Frans Aerts herinnerde donderdagavond tijdens de raadsvergadering aan de lijfspreuk van de coalitie: het moet anders, het moet beter. Hij stelde vast dat hij daar in de twaalf maanden na de verkiezingen niets van gezien heeft. „Het is nooit zo rustig geweest.”

Hij kreeg bijval van de oppositiepartijen CDA en VVD. CDA-fractieleider Tom Verhaegh wees erop dat de coalitie zijn hoop vestigt op de Samenlevingsagenda, een ‘coalitieakkoord’ dat gebaseerd is op de wensen van de burgers. „Maar die is er nóg steeds niet.”

‘Kom met visie’

Verhaegh vond het onbestaanbaar voor een stad met 100.000 inwoners. „Kom met een visie!” VVD-raadslid Inge Simons voegde toe dat het bijkans onmogelijk is een Samenlevingsagenda op te stellen. De enquête die werd gehouden, werd door 6 procent van de huishoudens ingevuld. De buurtcafés werden gemiddeld door 22 mensen bezocht. Niet representatief, oordeelde ze.

Daar komt bij dat de visie op z’n vroegst in 2020 in beleid vertaald kan worden, zodat de resultaten pas in 2021 merkbaar kunnen zijn. PvdA-fractieleider Hay Janssen verdedigde het college door te zeggen dat het wel op pad ging en mensen uitnodigde. „Als ze niet komen, kun je ze er niet aan de haren bij slepen.”

Logistiek

Voor het overige was ook de PvdA’er echter niet tevreden met de verrichtingen van ‘zijn’ college. En dat gold ook voor GroenLinks-voorman Wim Janssen. „Ons geduld wordt behoorlijk op de proef gesteld.” De kritische partijen misten visie op cruciale vragen als: moeten we blijven inzetten op logistiek, terwijl we onvoldoende mensen hebben om de vacatures te vervullen?

Ook als het gaat om thema’s als duurzaamheid, klimaatverandering, ondermijning en accommodaties blijft onduidelijk wat het college wil. PvdA’er Janssen vreest dat het college lastige keuzes weer aan de raad overlaat.