"Straks kun je zeggen: ik heb een deel van dit bos geplant"

Foto: Corne Sparidaens

Foto: Corne Sparidaens

De eer was maandag aan basisscholen Aquamarijn en De Feniks in Groningen: pal naast hun schoolgebouw werd het eerste tiny forest van Noord-Nederland aangeplant. Woensdag volgt Meppel.

Als een volleerd hovenier steekt Jens van der Scheer (11) een schop in de grond. Schep. Schep. Schep. Een keurig hoopje aarde landt naast zijn voeten en die van Tobias Ahmed (7). „Ben je al bijna in China?”, roept een leerkracht enthousiast. „Nee!”, gilt Jens terug. „In Nieuw-Zeeland. Of eigenlijk in de zee van Nieuw-Zeeland.”

Minibos ter grootte van een tennisbaan

Zou je dwars door de aarde heen graven, dan is dat waar je uitkomt, weet Jens. Hij weet ook dat hij en zijn mede-bomenplanters vandaag een belangrijke taak hebben: 1200 bomen een mooie plek geven in de grond, zodat ze samen kunnen uitgroeien tot een tiny forest , oftewel een dichtbegroeid, inheems minibos ter grootte van een tennisbaan.

En dat zomaar in de ‘achtertuin’ van twee scholen in de Groningse wijk Gravenburg. Een hartstikke leuke klus, vindt Jens. „Straks kun je zeggen: ik heb een deel van dit bos geplant. En omdat we alles zelf planten, is de kans ook minder groot dat we het bos later willen vernielen. Want dat is een groot probleem in de wereld.”

Luchtige bodem

Behalve Gravenburg krijgen nog drie andere wijken in Groningen een eigen tiny forest. En in Meppel opent wethouder Jaap van der Haar morgen een minibos in de nieuwe wijk Nieuwveenselanden.

In totaal zijn er nu twaalf tiny forests in het hele land, weet projectleider Kees Siderius van IVN, de natuurorganisatie die met het idee kwam. Het aanplanten gebeurt volgens een speciale bosbouwmethode uit Japan, legt Siderius uit. „We bewerken de grond eerst voor door ‘m tot een meter af te graven en te mengen met biomassa: stro en compost. Dit maakt de bodem ‘luchtiger’, waardoor de boompjes sneller wortelen.”

Sneller groeien, grotere biodiversiteit

Siderius verwacht dat het bosje over tien jaar behoorlijk volgroeid is. „Drie jaar geleden heeft Zaandam het eerste tiny forest gekregen, met een traditioneel aangeplant controlebosje ernaast”, zegt hij. „De universiteit van Wageningen heeft de groei gemonitord. En wat bleek? Het tiny forest groeit sneller en heeft een grotere biodiversiteit.”

Smiley in het zand

De bosjes tellen wel dertig verschillende boomsoorten. Wat een bijkomend probleem oplevert, zodra de babyboompjes eenmaal in de grond zitten, ontdekken Renzo de Kock (11) en Stephanie Broekema (7). Want hoe zorgen ze er nou voor dat ze over een paar jaar nog weten welke ‘hun’ boompje is? Renzo denkt even. „Ik weet het! Ik teken er gewoon een smiley bij in het zand.”