Direct naar artikelinhoud

De nieuwe Kamer: te wit, te mannelijk, te randstedelijk om een afspiegeling te zijn

De Tweede Kamer vertegenwoordigt de Nederlandse bevolking. Maar is het daarmee ook een demografische afspiegeling van Nederland? Het antwoord is nee. De nieuwe Kamer is daarvoor te mannelijk, te hoogopgeleid, te autochtoon en te woonachtig in de Randstad.

Slechts twee vrouwen op de bijeenkomst tussen de voorzitter van de Tweede Kamer en alle lijsttrekkersBeeld anp

Uit de definitieve verkiezingsuitslag, dinsdag bekendgemaakt door de Kiesraad, rijst het beeld op van de nieuwe Tweede Kamer die donderdag wordt beëdigd. Daarin gaat veel veranderen: van de 150 Kamerleden zijn er 71 nieuw. Opvallendste afwijking: de terugval in het aantal vrouwen. Met 50,43 procent zijn de vrouwen net iets in de meerderheid in Nederland, maar de Kamer komt niet verder dan 36 procent vrouwen, zo blijkt uit de cijfers van het Parlementair Documentatiecentrum in Leiden. Vooralsnog blijft Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren de enige vrouwelijke fractieleider.

Ook uit het lood: de regionale spreiding. Onze volksvertegenwoordigers  wonen vooral in Zuid-Holland (32 procent) en Noord-Holland (22 procent). Daarmee zijn deze Randstedelijke provincies, samen met Utrecht, oververtegenwoordigd. Friesland, Drenthe, Overijssel, Zeeland en vooral Gelderland en Noord-Brabant zijn juist ondervertegenwoordigd. Slechts één Kamerlid woont in Flevoland. Voor een representatieve vertegenwoordiging zouden daar minstens drie Kamerleden moeten wonen.

Goed nieuws is er voor de integratie, althans op het Binnenhof. Van de 150 Kamerleden hebben er vijf een Turkse (3,3 procent) en acht een Marokkaanse (5,3 procent) afkomst. Afgezet tegen het aantal Nederlanders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, respectievelijk 2,34 en 2,27 procent, is dat een keurige score. Maar de selectiecommissies van de partijen vonden het daarna kennelijk wel mooi geweest. De 349 duizend Surinamers, 150 duizend Antillianen en nog ruim 813 duizend overige niet-westerse allochtonen in Nederland krijgen geen eigen gezicht in deze Kamer. Nu de PvdA'er Amma Asante vertrekt, is er niet één zwart Kamerlid meer over.

Nu PvdA'er Amma Asante vertrekt, is er niet één zwart Kamerlid meer over

Lees ook:

De kiesraad heeft de officiële uitslag van de verkiezingen bekendgemaakt. Er zijn geen zetelverschuivingen, maar wel is er sprake van de hoogste opkomst sinds 1986.

Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib maakt een grote kans om een doorstart te kunnen maken, maar de geschiedenis leert: een verrassing is niet uitgesloten.

Leeftijd

De leeftijd dan. Hebben ouderen een te kleine stem in Den Haag, zoals 50Plus-voorman Henk Krol (66) zegt? Zijn partij brengt het gemiddelde behoorlijk omhoog, onder meer met de entree van Martin van Rooijen, met zijn 74 jaar het oudste Kamerlid. De jongste in de Kamer is dit keer de 25-jarige Rens Raemakers (D66). Maar 70-plussers blijven ondervertegenwoordigd: Slechts 1,3 procent in de Kamer tegenover 11 procent van de Nederlanders.

De meeste Kamerleden zijn tussen de 41 en 50 jaar oud (42 procent), terwijl slechts 14,5 procent van de Nederlandse bevolking in die leeftijdscategorie valt. Ook opvallend: 16 procent van de Nederlanders is tussen de 18 en 30 jaar oud en zou dus in de Kamer mogen zitten. Toch is slechts 4 procent van de Kamerleden jonger dan 30.

Martin van Rooijen, met zijn 74 jaar het oudste KamerlidBeeld anp

Punt van discussie is ook altijd het opleidingsniveau in de Kamer. Waar zijn de bakkers, de metselaars en de stukadoors? Moeten ook zij niet gehoord worden op het Binnenhof? Partijen verdedigen zich altijd met het argument dat het politieke werk ingewikkeld is en veel denkwerk vraagt: lageropgeleiden kunnen zich beter door hoogopgeleiden laten vertegenwoordigen. En zo gaat het dan ook. Van de Kamerleden hebben er 94 een academische opleiding afgerond en 29 leden een hbo-opleiding. Daarmee is 82 procent van de Kamer hoogopgeleid, tegenover slechts 27 procent van de Nederlanders boven 15 jaar. Er zitten vooral veel juristen (21), politicologen (15) en economen (15) in de Kamer.

De vraag wat dit nieuwe gezelschap betekent voor het beleid wordt de komende maanden beantwoord in de Stadhouderskamer, waar een nieuw kabinet wordt gesmeed. Zeker is dat de verhoudingen zijn gewijzigd. Het onlangs goedgekeurde wetsvoorstel voor legalisering van de softdrugs zou het nu niet meer halen. Daarvoor is het tegenkamp, aangevoerd door VVD, CDA, PVV en SGP, te groot geworden. Voor een precaire kwestie als euthanasie bij 'voltooid leven' wordt het spannend: de ruime welwillende Kamermeerderheid die er was, is fors geslonken. Het aanstaande wetsvoorstel zal het hooguit op het nippertje halen.

Daarmee is 82 procent van de Kamer hoogopgeleid, tegenover slechts 27 procent van de Nederlanders boven 15 jaar
Leeftijd
Beeld De Volkskrant