Maritozzi – zoete Romeinse broodjes gevuld met room en amore

We ontbijten vandaag met maritozzi. We laten jullie meegenieten van deze op en top Romeinse lekkernij, vertellen waar je de lekkerste maritozzi vindt én delen het recept zodat je een stukje Rome in huis kunt halen. Buon appetito!

De geschiedenis van de maritozzi

Romeinen zijn lang niet zulke zoetekauwen als de Sicilianen, maar voor een goede maritozzo bij het ontbijt rijden ze graag een stukje om. Een maritozzo is een zoet broodje, goudgeel gebakken en gevuld met room. De naam zou zijn afgeleid van het woord marito, echtgenoot. Het bereiden van deze zoete lekkernij zou namelijk een zoete blijk van liefde zijn.

De maritozzi werden in eerste instantie alleen gegeten tijdens de veertig dagen van de vastentijd. Het recept van deze zogenaamde maritiozzo quaresimale (maritozzo voor de vasten) of santo maritozzo (heilige maritozzo) is bijna identiek aan dat van de huidige maritozzi. Men voegde toen aan het deeg ook nog gekonfijte vruchtjes en krenten toe en de broodjes werden na het bakken voorzien van een glanzende laag glazuur.

Waar proef je de lekkerste maritozzi van Rome?

Tegenwoordig zijn de maritozzi het hele jaar door verkrijgbaar. Voor een verse maritozzo gaan we het liefst naar Regoli (Via dello Statuto 60). Deze pasticceria (vlak bij de Santa Maria Maggiore, op de Esquilijn) maakt de allerlekkerste maritozzi. Je moet er wel op tijd bij zijn, want ze worden elke ochtend vers gebakken en op is dan ook echt op.

Ook de maritozzi van Roscioli (Piazza Benedetto Cairoli 16, niet ver van het Campo de’ Fiori) zijn heerlijk luchtig en zoet.

In Trastevere is Il Maritozzaro (Via Ettore Rolli 50) dé plek voor een maritozzo. Hier kun je ook na het uitgaan terecht voor een zoet broodje, want Il Maritozzaro bakt de hele nacht door. De klassieke vastenvariant, zonder room maar met gekonfijte vruchtjes, krenten en glazuur, proef je bij Panificio Mosca (Via Candia 16).

Wat heb je nodig om maritozzi te maken?

Alvast voorproeven voor je naar Rome reist? Met dit recept maak je op en top Romeinse maritozzi. Voor tien maritozzi heb je nodig: 40 gram meel voor witbrood | 250 ml melk (verwarmd tot 37 graden) | 20 gram verse gist | 20 gram fijne kristalsuiker (voor het voordeeg) plus 250 gram meel voor witbrood | 120 gram bloem | 30 gram fijne kristalsuiker | 50 gram ongezouten boter, gesmolten | de geraspte schil van 1 (biologische) citroen | 1 eidooier | zout (voor het deeg zelf) plus 500 ml slagroom (voor het serveren).

Het recept om je eigen maritozzi te bakken

Maak eerst het voordeeg door het meel, de melk, de verse gist en de kristalsuiker te kloppen tot het mengsel de consistentie van room heeft. Dek het af met een schone theedoek en laat het circa twintig minuten gisten (de precieze tijd is afhankelijk van de warmte van je keuken), tot het mooi bubbelt.

Voeg dan de ingrediënten voor het deeg toe en kneed alles met je handen of een mixer (met deeghaken) in enkele minuten tot een samenhangend deeg. Leg de deegbal in een schone schaal, dek af met een schone theedoek en laat het rijzen tot het deeg in volume is verdubbeld. Dit duurt enkele uren (de precieze tijd is afhankelijk van de warmte van de plek waar je het deeg laat rijzen).

Leg de deegbal na het rijzen op een met bloem bestrooid werkvlak en spreid het deeg met je vingers goed uit. Zorg er wel voor dat je niet alle lucht uit het deeg drukt, het hoeft niet heel plat te worden. Verdeel het deeg in tien porties, met een gewicht van ongeveer 85 gram elk, en vorm van elke portie een broodje van ongeveer zeven centimeter lang.

Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat (zorg voor genoeg afstand), dek ze af met een schone theedoek en laat ze rijzen tot ze in volume verdubbeld zijn.

Verwarm de oven voor op 200 °C en bak de maritozzi in circa vijftien minuten goudgeel en gaar. Je kunt de maritozzi zo eten, maar het lekkerst zijn ze als je ze vult met mooi stevig geklopte slagroom.