Direct naar artikelinhoud
opinie

Hoogste tijd te beseffen dat film ook kunst is

Hannah Hoekstra in september 2016 met haar Gouden Kalf op het gala van de Nederlandse film.

Het ontbreekt in Nederland aan een filmcultuur. Dat zouden we als een schande moeten ervaren, vindt Paul Hegeman, filmmaker en voorzitter van filmtheater Cinebergen. Er is een grondige cultuuromslag nodig. Geef filmeducatie de ruimte.

Hoe symptomatisch is het voor de wijze waarop ons land tegen de cinema aankijkt dat Trouw zich in een artikel over de zwakke positie van mensen op de arbeidsmarkt in de culturele sector beperkt tot acteurs – theateracteurs uiteraard! – schrijvers, componisten en beeldend kunstenaars. Over filmmakers wordt met geen woord gerept, terwijl die wel degelijk in het gezamenlijke advies van de Ser en de Raad voor Cultuur worden genoemd.

Filmmakers zijn nota bene een van de meest kwetsbare groepen, omdat zij – willen zij zich ook artistiek kunnen uiten – over een schier onuitputtelijk doorzettingsvermogen moeten beschikken. Het maken van een film vereist nu eenmaal meer budget dan het schrijven van een roman of het schilderen van een schilderij.

Dat is evenwel een universeel probleem. Meer plaatsgebonden zijn de commerciële hindernissen die de filmmaker op zijn pad pleegt te vinden. In een cultureel vlak land als het onze, waar film traditiegetrouw niet als kunstuiting geldt, wordt het als overbodige luxe beschouwd als je verder wilt reiken dan de zoveelste bloedeloze romantische komedie of een op sensatie gerichte documentaire. Een uitzichtloze rij van te nemen horden doemt dan op. Van een Filmfonds, dat je met haar beperkte budget steeds weer tot een nieuw examen dwingt, tot omroepen die door op kijkcijfers beluste netmanagers in een keurslijf van marktgericht denken zijn geperst.

Binnen onze vaderlandse filmwereld hangt een sfeer van zelfvoldaanheid

Geen filmcultuur

De grootste horde evenwel is het totaal ontbreken van een filmcultuur in ons land. Op grote filmfestivals ben je er al aan gewend geraakt wanneer de Nederlandse cinema voor de zoveelste keer uitblinkt in afwezigheid. Een Franse producent vroeg mij verbaasd waarom ik zo nodig in Nederland wilde werken. "Jullie maken toch nauwelijks films?" Alom in de wereld word je ermee geconfronteerd dat de Nederlandse film het stiefkindje is van de wereldcinema, iets wat in een welvarend land als het onze toch als een schande ervaren mag worden.

Maar niemand die daarover rept. Binnen onze vaderlandse filmwereld hangt een sfeer van zelfvoldaanheid die, zoals zo vaak in ons land, is ingegeven door puur economische overwegingen. Alles wat we doen, moet renderen. Derhalve is er een verschrikkelijke rem op een broodnodige koerswijziging.

Daarbij volstaat het niet dat we ophouden met het bezuinigen op de culturele sector en de diverse fondsen meer middelen verschaffen. Evenmin dat we de Publieke Omroep tot de orde roepen, die niet-Angelsaksische speelfilms steevast naar de sterfuurtjes verwijst, en wiens bijdrage tot de cinema niet veel verder reikt dan journaalitems over de opening van verplichte filmfestivals. Zo kan ik me niet herinneren ooit een serieuze filmjournalist in een van de talkshows gezien te hebben.

Cultuuromslag

Nee, wat we nodig hebben is een grondige cultuuromslag, waarbij we eindelijk een solide basis scheppen, want in feite heeft Nederland die op filmgebied nooit gekend. Dat impliceert dat filmeducatie, zowel in actieve als passieve zin, een substantiële plaats in ons onderwijs moet krijgen. De leerlingen moeten niet alleen leren om met een ander oog naar film te kijken, zodat zij ook kennis kunnen nemen van de niet- popcorn cinema, maar tevens de gelegenheid krijgen om zelf een camera ter hand te nemen, waarmee zij zich kunnen wapenen in een wereld die door de beeldcultuur wordt bepaald.

Dat betekent verder dat de media hun culturele liefdeloosheid moeten afleggen. Dat kranten zich minder laten verblinden door Hollywood-glamour en de tv niet langer de filmanalyse uit de weg gaat en ook ruim baan biedt aan het erfgoed van de cinema. Die klassiekers moeten natuurlijk ook op het grote doek te bewonderen zijn in een cinematheek, zoals die overal buiten ons land te vinden is.

Dan hoeven we niet langer te schrikken wanneer op prime time de betere film vertoond wordt of plotseling in een cultureel programma een filmlegende als Buster Keaton opduikt, iets wat bij onze (zuider)buren de gewoonste zaak van de wereld is.

Dan beseffen we dat film ook kunst is!