Terschelling biedt strandzeilers de ideale omstandigheden

Foto: Timsimaging/ Neeke Smit

Foto: Timsimaging/ Neeke Smit

Het geduld van de 95 deelnemers werd op de proef gesteld, maar gisteren barstte het EK strandzeilen op Terschelling in volle hevigheid los. ,,Hier wilde ik graag nog één keer naartoe.’’

Lees meer over
Wadden

Leeftijd is slechts een getal. Vraag het Paul Mahrt, de oudste strandzeiler op het Europees kampioenschap, dat na veertien jaar terug is op Terschelling. De Duitser is inmiddels 82 jaar, maar wist zich onlangs met vlag en wimpel te kwalificeren voor het EK. Mahrt was erop gebrand. ,,Ik wilde graag nog één keer naar Terschelling.’’ Hij komt ook nog eens uit in de ‘pittigste’ klasse en doet daarin zeker niet voor spek en bonen mee.

Ideale omstandigheden

Waarom Mahrt (lid van de oudste Duitse strandzeilclub in het uiterste noordwesten van het land) graag naar Terschelling komt, laat zich eenvoudig raden, weet Floor Lagerweij. ,,We hebben hier de ideale omstandigheden voor het strandzeilen’’, zegt de wedstrijdleider.

Lagerweij (66) kent die omstandigheden al veertig jaar. ,,Ik ben destijds letterlijk komen aanwaaien, uit Utrecht. Ik ging als strandzeiler naar Terschelling en meteen bij mijn eerste kennismaking was ik helemaal verliefd. Gelukkig konden mijn vrouw en ik hier werk vinden. We zijn nooit meer weggegaan.’’

Wat is ideaal voor een strandzeiler om bijvoorbeeld een snelheid van 90 kilometer per uur te bereiken? ,,We hebben aan de Noordzee-kant prachtige stukken vlak strand. Mooi lang, tot wel 3 kilometer. We beginnen twee uur voordat het laag water is en als wedstrijdleider kijk je dan hoe het strand onder het water vandaan komt. Bijna nooit komen er gevaarlijke kuilen tevoorschijn, we kunnen altijd een veilig parcours uitzetten. Het is niet voor niets dat strandzeilers uit heel Europa met plezier naar Terschelling komen.’’

Dat gebeurt inmiddels al 29 jaar. ,,In 1990 was hier het eerste EK’’, vertelt Lagerweij. ,,Pas een jaar later werd strandzeilvereniging De Brandaris opgericht. Na nog eens twee EK’s mochten we in 2000 zelfs het wereldkampioenschap organiseren. Dat was echt onvergetelijk.’’

Nu duurde het veertien jaar eer er weer een groot evenement aan Terschelling werd toegewezen. ,,Je moet de mankracht hebben. Nederland is een klein strandzeilland met slechts twee verenigingen: in IJmuiden en hier. De animo liep wat terug, maar inmiddels zitten we op 110 leden. Daarbij zelfs enkele Duitsers en Fransen. Ook in IJmuiden loopt het lekker. Omdat we de samenwerking hebben gezocht, kunnen we dit weer op Terschelling voor elkaar krijgen.’’

Twee ‘thuiszeilers’

Het EK trekt 95 deelnemers uit vijf landen. Onder hen een dozijn vrouwen en twee ‘thuiszeilers’: Chris Miedema en Jeroen van Abswoude. ,,Wellicht zou je meer Terschellingers verwachten, maar onze vereniging telt vooral recreatieve zeilers. Voor het EK wordt meer gevraagd, je moet aan kwalificatie-eisen voldoen’’, aldus Lagerweij.

Hij had de stille hoop dat het aantal deelnemers de honderd zou overstijgen, ,,maar in Engeland, België en Frankrijk strandzeilen ze meer in het voorjaar en zomer dan in het najaar. Maar 95 is prima en met dertig vrijwilligers goed te handelen . We werken op twee banen en voor elke baan heb je elf mensen nodig om een race te kunnen houden.’’

De titelstrijd had maandag moeten beginnen, maar net als dinsdag woei het toen te te hard. ,,Daar kwamen felle regenbuien bij. Dan heb je snel kans op aquaplaning en dus brokken, want er wordt gezeild op banden zonder profiel. Gelukkig konden we vandaag (gisteren, red.) beginnen. Het was perfect. In drie dagen kunnen we een geldig EK houden. We konden geen risico nemen. De sport hecht veel waarde aan veiligheid. Dat aspect is met de evolutie van het materiaal meegegroeid. Die ontwikkeling is enorm geweest.’’

Maar waar zeilen, masten en rompen decennia lang zijn doorontwikkeld, ,,zie je in de bakjes nog vaak dezelfde koppen’’, erkent Lagerweij. ,,De vergrijzing is een punt van zorg. Ik vind dat best verrassend, want de jeugd zou toch aangetrokken moeten worden door de spectaculaire sport. Op Terschelling zijn we in elk geval heel toegankelijk. We organiseren lessen en mensen met interesse kunnen een boot lenen. Ik weet zeker dat wie voor de eerste keer over het strand ‘scheurt’ helemaal verslingerd raakt.’’

Vier klassen

Op het EK wordt gestreden in vier klassen, ingedeeld op de afmetingen van het zeil. ,,Het grootste zeil is 7,3 vierkante meter. Als het flink waait, moeten de zeilers in die klasse 70 kilo ballast meenemen, zandzakken. Anders waaien ze van het strand’’, aldus Lagerweij.

,,De standart is de eenheidsklasse. Alles is gereglementeerd, je mag nog geen schroefje veranderen. Je zou denken: dat vinden mensen te streng, maar het is toch de populairste klasse. Op het EK doen 28 mee, waarvan zes uit Nederland.’’

Lagerweij is naast wedstrijdleider (,,Dat mogen wereldwijd slechts vijf man doen’’) vice-voorzitter van de mondiale strandzeilfederatie. Ook in die hoedanigheid betreurt hij het dat strandzeilen geen demonstratiesport is geworden op de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. ,,Ze hebben gekozen voor breakdancen, terwijl Frankrijk 240.000 geregistreerde strandzeilers telt. Maar we laten ons niet ontmoedigen en zetten nu in op 2028. Vlak bij Los Angeles ligt een drooggevallen meer waar je echt waanzinnig mooi kunt racen.’’