Direct naar artikelinhoud
ReportageHeropening musea

Hoe museum Kranenburg zich voorbereidt op de coronaregels

Bergen, 8-5-2020. Museum Kranenburgh maakt zich op voor de heropening. De tentoonstelling met werk van Aat Veldhoen. Foto Olaf KraakBeeld Olaf Kraak

De musea gaan vanaf 1 juni weer open, maar ouderwets dringen voor een schilderij in zit er voorlopig niet in. Een dik pakket regels ligt klaar om het bezoek zo veilig mogelijk te laten verlopen. Een ingewikkelde puzzel, ook voor museum Kranenburgh in het Noord-Hollandse Bergen.

De zon schijnt uitbundig op het museumterras dat uitkijkt op de beeldentuin. Dat is aangenaam, maar Mariette Dölle, directeur van museum Kranenburgh  in Bergen, heeft een veel betere reden om opgetogen te zijn. De avond ervoor heeft het kabinet bekendgemaakt dat de musea vanaf 1 juni weer open mogen. Het liefst wil Dölle vertellen over de tentoonstelling die in juli in het museum opent. Een die aansluit op de actualiteit, al was het thema ‘Lucht’ al eerder bedacht; op adem komen met werk van hedendaagse Nederlandse kunstenaars. 

Maar eerst moet er gedacht worden aan het beheersen van groepen mensen, bezoekers moeten zich veilig voelen. Daartoe moet er een erg lange lijst van aanpassingen worden afgewerkt om open te mogen volgens het landelijke museumprotocol.

Dölle wijst de knelpunten graag aan. Het eerste doet zich al voor bij de bezoeker thuis achter de computer: spontaan een museum bezoeken zit er voorlopig niet in. Iedereen, ook de Museumkaarthouder, moet voor elk museum van tevoren online een tijdstip reserveren. Zo komen bezoekers zo gespreid mogelijk binnen. Ook wordt afgeraden het openbaar vervoer te gebruiken voor het museumbezoek, dus in het begin zijn mensen zonder auto vooral aangewezen op musea in hun eigen regio. Dölle: “We vragen ons nu af wat we moeten doen als er toch mensen onaangekondigd komen. Moet je die dan zomaar terugsturen?”

De garderobe gaat dicht

Ze loopt richting garderobe, een relatief klein kamertje met kluisjes en kapstokken. “Kijk, hier gaat het dus al mis met de anderhalve meter, je kunt er niet eens met z’n tweeën in. Dus de garderobe gaat dicht, er komen kluisjes in de ontvangsthal.”

Volgende obstakel: het restaurant. “Veel mensen willen eerst een kopje koffie voordat ze het museum binnengaan. Maar als ze met meer mensen zijn en ze wachten hier op hun bestelling, blokkeren ze meteen de route. Wat doe je dan?” Even verder: de museumwinkel. Een groot deel van het aanbod is eruitgehaald, de wandelpaden verbreed. Daarnaast zit de kunstuitleen: kan je bezoekers eigenlijk wel laten bladeren door de kunstwerken?

Zo zijn er nog voordat je één kunstwerk hebt gezien, al talloze struikelblokken. Toch moet de kunst voorop blijven staan, vindt Dölle. “Het museum moet geen hindernisbaan worden. Dat is niet alleen vervelend voor de bezoekers, het doet ook geen recht aan de kunst en de kunstenaars.”

Intieme tentoonstellingen

Even lopen we, elkaar onhandig ontwijkend, het oude gedeelte van het museum binnen: kleine ruimtes, niet groter dan een bescheiden woonkamer. Dölle: “Dit gedeelte is heel geschikt voor intieme tentoonstellingen en voor workshops. Maar nu zijn ze veel te krap, dit deel moeten we tijdelijk sluiten. De workshops kunnen nu natuurlijk niet georganiseerd worden. En ook de ruimtes van de Bergense kunstenaarsvereniging die hier op de eerste verdieping expositieruimtes heeft, blijven dicht.”

In het nieuwe deel pakken medewerkers kunst in dozen. Deze tentoonstelling van Iris Kensmil hing er vanaf begin december, de werken zijn te kwetsbaar om nog langer aan het daglicht te worden blootgesteld. De handschoenen van de inpakkers hebben voor één keer niets met corona te maken.

Dölle ziet weer een obstakel: de deur naar de volgende zaal. “We willen natuurlijk niet dat iedereen deuren met de hand open moet doen. Van de brandweer mogen we ze ook niet open laten staan. Dus moeten er elektronische deuropeners komen.”

Extra suppoosten inhuren

Bij de tentoonstelling met de portretten van Aat Veldhoen staat een film te wachten, met koptelefoons. “Ja, ook daar moeten we wat op bedenken. Misschien met reinigingsdoekjes.” 

Er circuleren nu nog meerdere plattegronden, ideeën over wáár de pijlen moeten komen, waar de dispensers met handreiniger. Lastiger wordt het om de bezoekers volgens het protocol over de zalen te verdelen. Elke zaal krijgt een bordje met de maximum toegestane hoeveelheid bezoekers, zodat mensen zelf kunnen inschatten of ze verder kunnen lopen. “Maar we zullen, zeker in het begin, extra suppoosten moeten inhuren. En per dag kijken hoe het gaat.” 

Extra mensen inhuren lijkt niet erg logisch, want er staan honderdzeventig vrijwilligers te popelen. Maar de meesten vallen qua leeftijd in de risicogroep, en daarover zegt het protocol dat het hen ‘ontraden wordt’ naar het museum te komen. Dölle: “Heel vervelend, voor hen en ook voor ons. Zo merk je hoe belangrijk zo’n museum is in de gemeenschap. De vrijwilligers komen hier om te werken en voor de kunst, maar zeker ook om elkaar te ontmoeten, samen koffie te drinken. Aan de tuinploeg, die normaal gesproken de museumtuin onderhoudt, stuur ik zo af en toe een foto van de bloemen. Maar je ziet het: het gras moet nodig gemaaid. Dat moeten we nu zelf maar doen.”

Lalique Museum in Doesburg

Bij het Lalique Museum in Doesburg, gewijd aan de glaskunst van René Lalique (1860-1945), ‘de Leonardo da Vinci onder de glaskunstenaars’, hebben ze de sluiting goed kunnen benutten. Woordvoerder Santino Melssen vertelt dat het museum in principe klaar is voor de coronaregels. “Normaal gesproken staat er om half twaalf, als we open gaan, een rij voor de deur te wachten. Nu kunnen bezoekers van tevoren een tijdsvak kiezen, dat is misschien juist wel prettiger.” Er waren maar weinig aanpassingen nodig, verzekert Melssen. “Onze tentoonstelling ‘Koninklijk licht’, over de glasontwerpen die René Lalique voor de Europese vorstenhuizen en de Japanse keizerlijke familie heeft gemaakt, duurt sowieso nog tot juni volgend jaar.” En daarna krijgt het museum een grotere ruimte, het verhuist naar de Commanderij, ook in Doesburg. Hopelijk zijn de coronamaatregelen dan verleden tijd, maar als het nodig is, is dat museum ook klaar voor het volgende virus, verzekert Melssen.

Rijksmuseum Amsterdam

Het was, uitzonderingen daargelaten, al langer niet extreem druk meer in het Rijks. Maar vanaf 1 juni zullen er wel érg weinig bezoekers zijn. Terwijl er in het hoogseizoen meestal ongeveer tienduizend bezoekers per dag komen, mag het museum er nu nog maar tweeduizend toelaten. Alleen bij de in- en uitgangen zijn speciale verplichte looproutes, verder is er enkel een adviesroute. Directeur Taco Dibbits laat weten dat het van groot belang is het museum weer open te kunnen stellen voor het publiek: “Juist in deze tijd biedt kunst houvast.” In de tentoonstellingsagenda is geschoven: de geplande grote Slavernijtentoonstelling is van dit najaar verplaatst naar het voorjaar van 2021. De tentoonstelling van de beelden van Ellsworth Kelly in de Rijksmuseumtuin, gepland voor deze zomer, is verplaatst naar de zomer van 2021. De Caravaggio-Bernini-tentoonstelling eindigt op 7 juni. Wat er daarna in de tentoonstellingsvleugel te zien zal zijn, is nog niet bekend. Financieel leidt het museum met de beperkte openstelling nog steeds verlies. Nu loopt het museum ongeveer 1 miljoen euro inkomsten per week mis. Bij heropening op 1 juni met het beperkte bezoekersaantal zal dit nog steeds tachtig procent van die 1 miljoen zijn.

De Pont museum, Tilburg

Bij het De Pont museum in Tilburg is het programma als gevolg van de coronacrisis op de schop gegaan en blijft, geheel volgens de tijdgeest, flexibel. Directeur Martijn van Nieuwenhuyzen moest de geplande tentoonstelling voor begin april uitstellen. Toen ontstond een nieuw idee: “Op onze sociale media presenteerden we iedere dag één werk uit de eigen collectie. De reacties waren indrukwekkend, mensen hebben echt een band met sommige werken. Tegelijk leven we in een uiterst onvoorspelbare tijd, ook de heropening kan door een tweede virusgolf weer worden uitgesteld.”

Dat bracht het museum op een spoor: “We nemen voor de komende tentoonstelling de onzekerheid en onvoorspelbaarheid als thema. We tonen vanaf 2 juni bekende werken uit onze collectie met steeds wisselende toevoegingen. Het publiek is dus in de museumzaal getuige van op- en afbouw.” Bezoekers kunnen vrij door de ruimte lopen, ‘als in een park’, met inachtneming van de anderhalve meter afstand.

“We tonen de vaste collectie in combinatie met nieuwe aanwinsten, voor troost, maar ook prikkeling of irritatie. De titel is ‘De route wordt opnieuw berekend’, zoals het navigatiesysteem in de auto meldt als je een onverwachte afslag neemt. We willen tegenover al het slechte nieuws wendbaarheid en veerkracht tonen.”

Lees ook: 

Anderhalvemeterkunst: ‘garderobe is niet meer nodig, past op de lege stoel naast je’

Experts vertellen hoe de anderhalvemeterkunst eruit kan gaan zien

Goedemorgen

We gaan langzaam van het ‘snakken’ naar het ‘popelen’ naar theater en muziek