top of page

DE GROEI VAN ZWOLLE

Hoe in- en uitbreiding van de stad ervoor gaan zorgen dat Zwolle leefbaar blijft

IMG_20211208_113725.jpg
DE GROEI VAN ZWOLLE: Welkom
2021-12-30 12_31_24-65 Herfterlaan - Google Maps.pdf - Persoonlijk - Microsoft​ Edge.png

ZWOLLE GAAT GROEIEN

Zwolle is aan het veranderen. De afgelopen jaren is er een groei ingezet die zijn weerga niet kent en die aan blijft houden tot zeker 2040.

De gemeente maakt haar borst nat voor een flinke bouwopgaaf en buigt zich over de oplossing door middel van methodes als inbreiding, zoals afgelopen jaren in de oude volkswijk Kamperpoort is toegepast. Een andere methode is uitbreiding van de stad, het groen in, misschien wel in de weilanden bij Berkum. Wat zijn de kansen, wie speelt er mee? Een uiteenzetting over de groeikwestie van Zwolle.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Over

HET IS 2005. KAMPERPOORT, EEN OUDE VOLKSBUURT DIE NET BUITEN DE GRACHT VAN ZWOLLE LIGT, LIGT ER ARMZALIG BIJ.

Houten kozijnen rotten weg, pannen van de daken ontbreken. Het aandeel sociale huur ligt op 90 procent. “Het was echt een gebied waar tussen alle fabrieksresten toevallig ook nog mensen woonden. Het was helemaal afgezonderd van de stad. De laagste inkomens van Zwolle woonden hier, er was veel werkloosheid”, vertelt stedenbouwkundige Henk Snel, die de afgelopen 15 jaar verantwoordelijk was voor een metamorfose van de wijk.

De wijk lag, en ligt nog steeds, ingesloten tussen de stadsgracht, de Rieteweg, de A28 en de Katerdijk. Snel: “De bewoners woonden hier in sociaal isolement. Ze stonden helemaal los van de stad. Hoewel er wel grote sociale cohesie was binnen de wijk, bestond er ook veel sociale problematiek. Er woonden veel pittige karakters die zich soms bezighielden met louche praktijken."


“Het is belangrijk om te begrijpen dat een hoog percentage sociale huur in een wijk niet als oorzaak van de problemen aangewezen kan worden, maar het was voor Kamperpoort wel heel gezond als er wat meer een mix van woningtypes en dus bewoners zou komen”, zegt woonwethouder Ed Anker over die tijd. Zo gezegd, zo gedaan. De sociale problemen en de matige bouwkwaliteit van de huizen en oude fabrieken die er stonden, waren aanleiding voor de gemeente om vanaf 2005 flink in te grijpen. In de Woonvisie werd dat jaar vastgesteld dat Kamperpoort té kansrijk was om verder te laten verslonzen. De planvorming startte.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

"HET WAS EEN HELE HEFTIGE TIJD", ZEGT DE WETHOUDER.

“Zo’n grootschalige herstructurering is ingrijpend.” Overleg met de bewoners was dan ook cruciaal. “Er werden spreekuren georganiseerd in de wijk om erover te praten. Er was wat dat betreft veel inzet vanuit de gemeente, maar vergis je niet. Het was zo’n hevige ingreep dat er ook veel verzet was”, weet Anker.

Jacob Donze, bijna 70 jaar en geboren en getogen in Kamperpoort, stond jarenlang vooraan in het verzet. Hij zit in zijn buurtmuseum aan het zware, houten bureau. Zijn grove zilveren schakelarmbanden rammelen over het blad, hij stelt de grote gesp van zijn riem nog wat bij als hij opstaat. Een van de wanden van de ruimte is van plafond tot vloer gevuld met trouwfoto’s van Kamperpoorters. De muur ertegenover hangt vol met foto’s van hoe de wijk er vroeger uitzag. In de vitrinekast liggen oude verpakkingen van Dubro-zeep uit de Fenixfabriek, vroeger het kloppende hart van de wijk.

Katwolder 2015.png
DE GROEI VAN ZWOLLE: Over

Donze stelt dat de hele verval-situatie al veel eerder begon dan de gemeente zegt. “De wijk begon al af te takelen sinds het vertrek van de fabrieken in de jaren 60 en 70. Het verval zette door toen de Katerdijk en de Rijksweg, inmiddels de A28, werden aangelegd. Het was niet meer nodig om gebruik te maken van de Hoogstraat, de slagader van de wijk. De straat die dwars door Kamperpoort loopt en de verbindingsweg was naar het noorden. Alle winkeltjes en diensten die in de straat zaten trokken weg, nadat dus ook al de fabrieken weg waren getrokken.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

HET ZIT HEM NIET LEKKER DAT DE GEMEENTE DAT DESTIJDS LIET GEBEUREN.

“Omdat de gemeente toen niks deed, raakte onze wijk in verval. Pas in de jaren 90 kwamen de eerste geluiden dat er ingegrepen moest worden. De wijze waarop leek eerst prima: we waren als bewoners goed betrokken. Maar na een tijdje viel ons op dat we wel gevraagd werden om mee te denken, maar dat er niets met onze ideeën werd gedaan”, vertelt Donze gepikeerd.

Het vertrouwen in de gemeente brokkelde af. Dat kwam tot een climax toen er een plan van tafel werd geveegd dat juist de steun had van de Kamperpoorters. “Rond 2000 lag er een plan van een Duits architectenbureau. De Kamperpoorters vonden het prachtig”, vertelt stedenbouwkundige Snel. Het plan was groots, heel de wijk zou in één keer grootschalig op de kop moeten, maar de bewoners zouden inspraak hebben. Na doorrekening bleek het plan alleen niet haalbaar en werd het geschrapt.

IMG_20211208_113926.jpg
DE GROEI VAN ZWOLLE: Over

Snel: “Toen ontplofte de wijk, zo kwaad waren ze. Dat was het moment waarop ik instapte."

"Samen met de Kamperpoorters ging ik op zoek naar een andere strategie. We gingen kijken naar ankerpunten in de wijk en daar de kwaliteit met maatwerk opschroeven. Geen grote alomvattende plannen meer, maar stap voor stap zoeken naar oplossingen.”

Makkelijk was dat niet, vertelt Snel. “We moesten echt het vertrouwen terug zien te krijgen. Bij de een lukte dat beter dan bij de ander.” Het vertrouwen van Donze was voor de gemeente niet meer terug te winnen. “Ik heb toen geaccepteerd: het komt zoals het komt, ze luisteren toch niet. We konden alleen maar hopen op het beste”, stelt hij.

Op gespannen voet startte de hervorming van de wijk. Waar eerst de bebouwing grotendeels bestond uit vooroorlogse woningen en huizen uit de jaren 60 en 70, is inmiddels 47 procent van de woningen in Kamperpoort er pas gekomen na 2010. Het aandeel sociale huur in de wijk is gedaald van 90 procent naar 54 procent.

Grote gebieden gingen op de schop. De gehele oude Vogeltjesbuurt, met slechtonderhouden arbeiderswoningen, moest plaatsmaken voor het moderne en filmsetachtige Rode Dorp. Grote leegstaande winkelpanden maakten plaats voor luxe huizen en grote woon-zorginstellingen. Op de plek van moderne bioscoop Pathé en de parkeergarage lag een oud trapveldje en op de hoek van de Lijnbaan staat nu een appartementencomplex in plaats van de brandweerkazerne. In de oudste straat van de wijk, de Hoogstraat, staan oud en nieuw nu naast elkaar.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

KAMPERPOORT

Van oudste volkswijk naar populaire inbreidingslocatie

In de afgelopen 15 jaar is er heel wat veranderd in Kamperpoort. Henk Snel, verantwoordelijk stedenbouwkundige van gemeente Zwolle neemt ons mee door de wijk heen en vertelt over het resultaat en de keuzes die hij maakte die ertoe hebben geleid. Ook vroegen we onafhankelijk stedenbouwkundige Herman Reezigt om een visie op de veranderingen. Onder de verschillende icoontjes en vlakken op de kaart valt te ontdekken wat zij zoal te vertellen hadden overde wijk! De rode stippellijn geeft de grens van de wijk aan.

DE GROEI VAN ZWOLLE: HTML Embed

Het zijn ingrijpende veranderingen geweest in Kamperpoort.

Ten aanzien van de bebouwing, maar misschien nog wel meer ten aanzien van de sociale aspecten van de wijk. Het steekt Jacob Donze. “Smaken verschillen natuurlijk, maar de bouwwerken zijn nu wel van betere kwaliteit. Wat ik de grootste zonde vind, is dat er in de plannenmakerij haast niet is gekeken naar het sociale aspect van de wijk”, vertelt hij aangedaan.

“Wij waren een dorp in de stad. Stonden klaar voor elkaar. Kreeg de buurvrouw onverwachts nog een kleine, en had jij een kamer over? Dan werd er gewoon geruild van huis. Nu verdwijnt iedereen in zijn of haar nieuwe, hippe woning met grote ramen, waar de gordijnen altijd dicht zijn. Of erger, ze verdwijnen naar etage nummer zoveel om op zichzelf te leven. We waren een wij-wijk, maar zijn door de veranderingen nu een ik-wijk geworden.”

Het nieuwe type bewoner dat Donze omschrijft, is een kenmerk van een groeiende stad, weet hoogleraar sociale demografie Jan Latten. Het aantrek-effect van zulke bewoners ontstond zo’n tien jaar terug. Veel jongeren trokken naar Zwolle voor de goede onderwijsopties.

Tegen de tijd dat ze uitgestudeerd waren was het niet meer nodig om naar grotere steden te verhuizen voor de gewenste voorzieningen. “Hoger opgeleiden verdienen vaak goed. Mensen met zo’n salaris en vaak veel koopkracht gaan dat geld vroeg of laat uitgeven. Het liefst doen ze dat in hun eigen stad, in winkels en horeca. De vraag naar zulke plekken groeit dus, meer van dat soort bedrijven zullen zich vestigen en mensen werkzaam in die sectoren ook”, redeneert Latten.

“Verder is het ook een kwestie van soort zoekt soort. In een stad waar dus al veel hoogopgeleiden wonen, zullen ook andere hoogopgeleiden zich vestigen. Tel daar de hippe, stedelijke appartementen bij op en je hebt een fijne formule voor nieuwe bewoners.”

Ondanks zijn commentaren woont Donze nog altijd prettig in de wijk. “Ik red me wel. Er is nog een hechte groep van oude Kamperpoorters over, wij wonen allemaal bij elkaar in de buurt. We gaan zien wat ze er nog van gaan maken in de toekomst. De enige manier waarop ik deze wijk verlaat, is tussen zes planken.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

"DE ENIGE MANIER WAAROP IK DEZE WIJK VERLAAT, IS TUSSEN ZES PLANKEN."

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst
IMG_20211208_114203.jpg

ER MAG TERUGGEKEKEN WORDEN OP EEN SUCCESVOLLE HERSTRUCTURERING.

“Het meest trots ben ik op de beginfase. Dat mensen ging inzien wat de kansen en mogelijkheden waren van deze wijk”, vertelt Snel. “De wat meer op zichzelf gerichte bewoners voelen zich haast meer inwoner van de binnenstad dan van Kamperpoort. Zij zien de wijk meer als verlengstuk van het gebied aan de andere kant van de gracht”, zegt Anker. Van een isolement van Kamperpoort is dus geen sprake meer.

Of daarmee de ziel niet uit de wijk verdwenen is? “Die geluiden zijn er wel, ja. Maar dat kan ook niet anders bij zo’n ingrijpende verandering. Uiteindelijk is een klein deel van de oude bewoners gebleven, dat nog altijd trots de naam ‘Kamperpoorter’ draagt”, sluit Snel af.

Helemaal af is de wijk nog niet. Er staat nog één grote metamorfose op het programma: de IJsselhallenlocatie en de kantoren langs de Meeuwenlaan, tezamen ook wel de Nieuwe Veemarkt genoemd. “We willen op die plek in ieder geval een stuk groener bouwen dan is gedaan in Kamperpoort. Het moet eigenlijk een verbindingswijk worden die past bij zowel Kamperpoort, als bij de woningen aan de Veerallee”, licht Anker toe. “Het zou prachtig zijn als een deel van die oude hallen terug kan komen in de wijk. Dat zou echt een cadeau zijn voor de stad”, mijmert Snel. Hij zal bij dit deel, waarvoor pas in 2024 de eerste heipaal de grond in gaat, niet meer betrokken zijn.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Over

MAAR MET ALLEEN INBREIDEN IS ZWOLLE ER NOG NIET.

Het blijven realiseren van nieuwe woonruimte binnen de stadsgrenzen is de komende tientallen jaren van groot belang.

Tot 2040 komen er zo’n 15.000 Zwollenaren bij, een groei van 10 procent. Ter vergelijking: steden in de buurt als Deventer, Kampen en Zutphen zullen respectievelijk met krap 1,5, 4,5 en 0,5 procent groeien.

Hoewel gemeente Zwolle hoopt de groei voor 60 procent op te kunnen vangen met inbreidingsprojecten zoals in Kamperpoort, zal er op den duur ook een nieuwe wijk in het groen moeten komen voor de overige 40 procent. Waar die wijk precies moet komen, hangt al een tijd als een heet hangijzer boven de stad. Enige verlichting in de kwestie is er sinds er vanuit het rijk een groot MIRT-onderzoek (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) loopt naar Regio Zwolle. “In het onderzoek wordt gezocht naar manieren om de hele regio op een dusdanige manier te laten groeien dat het voordelig is voor iedereen”, stelt wethouder Anker.

“De angst van sommige bewoners is vooral dat wij zomaar een plek aanwijzen en zeggen: bouw daar maar een nieuwe wijk. Maar zo gaat het niet meer.” De mankracht van het MIRT-onderzoek maakt het mogelijk om op een meer omvattende manier te werken aan de groei van Zwolle. “Dat is echt een zegening. Het is ook niet meer van deze tijd om een oud plan dat er bijvoorbeeld lag voor Vechtpoort uit het stof te halen en uit te voeren. Zaken als het klimaat vragen nu veel meer om voorrang dan toen.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

Dat vinden sommige bewoners van de stad moeilijk te geloven.

Zo ook Wim Hovestad en John Vullers, voorzitters van wijkvereniging Berkum. De weilanden ten zuiden van hun kleine, dorpse wijk worden in het onderzoek meegenomen als mogelijke uitleglocatie met de naam Vechtpoort. Het is een flink gebied van grofweg 6 tot 8 vierkante kilometer. Ter vergelijking: Stadshagen heeft als het over een paar jaar voltooid is een oppervlakte van zo’n 5,5 vierkante kilometer.

De bewoners van Berkum kennen elkaar goed. Ze begroeten elkaar als ze de hond uitlaten in de ochtendrust tussen het groen, reeën lopen voorbij in de weilanden. Na het werk maken Berkummers een praatje bij de buurtsupermarkt op het plein. Een kopje suiker nodig? Je hoeft hier nooit ver te zoeken. Op deze avond in het Berkumse verenigingsgebouw de Wijenbelt delen Hovestad en Vullers hun zorgen. Aan tafel wordt slappe koffie geschonken, klassiek in kop-en-schotel, een cupje melk op de rand.

De angst van de heren is vooral dat het karakter van de wijk verdwijnt, mocht er een nieuwe wijk in hun weilanden komen. “Als je een grootschalige wijk bouwt hier vlak naast, in het groen en de rust, zullen de voorzieningen en het winkelplein hier op den duur moeten vertrekken. We worden dan een slaapwijk, in plaats van de levendige dorpswijk die we nu zijn. De rust die je hier zo makkelijk kan opzoeken, verdwijnt ook”, zegt Vullers rouwig. Sinds het MIRT-onderzoek loopt, of eigenlijk al ver daarvoor, zet hij zich in voor de ontwikkeling van Berkum.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

IN 2008 VIEL DE NAAM VECHTPOORT VOOR HET EERST.

De gemeente Zwolle deed toen in een structuurplan een verkenning naar mogelijke uitleglocaties. Zoals vaker als er gebouwd moet worden in iemands achtertuin, kwam er protest. “We hadden hier, in de Wijenbelt, alle ruimte nodig om alle mensen kwijt te kunnen toen we hierover in gesprek gingen met de gemeente. Ze hingen er met de benen uit”, vertelt Hovestad trots. Het protest werkte: de wijk kwam er destijds niet en verdere plannen werden er niet gemaakt.

Maar daarmee was de kous voor beide heren niet af: ze maakten plannen, spraken met burgers en probeerden het gesprek aan te gaan met de gemeente. “Wij zijn niet van gisteren en zien heus wel dat hier op termijn iets gaat veranderen. Dan kun je twee dingen doen: je kan het afwachten, of je kan aan de voorkant al het initiatief nemen om er zelf met de gemeente iets aan te gaan doen”, redeneert Vullers.

Het initiatief dat de heren nemen is opmerkelijk. Zelf zien zij de noodzaak van een nieuwe wijk namelijk niet in. Hovestad: “De 10.000 woningen die volgens de omgevingsvisie gebouwd moeten worden tot 2030, zijn allemaal allang ingetekend. Denk aan bouwlocaties her en der in de binnenstad, grotere projecten zoals de Zwartewaterallee en de IJsselhallenlocatie. De vraag zoals beraamd in de cijfers van het CBS, is dus al gedekt”, beweert hij stellig. Toch houden ze liever de touwtjes goed in handen.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

DIE WENS KOMT NIET UIT DE LUCHT VALLEN.

De heren vrezen dat er uit het MIRT-onderzoek een scenario rolt waarbij de nieuwe wijk wél noodzakelijk wordt. John Vullers acht de kans groot dat de gemeente de plannen die uiteindelijk uit het onderzoek komen, zal overnemen. Hij lacht schamper en zegt: “Er komt dan zo’n stuw van geld van het ministerie deze kant op… Kleine kans dat ze daarvoor bedanken.”

Wethouder Ed Anker legt uit dat het toch iets anders ligt. Hoewel hij toegeeft dat Vechtpoort een zeer kansrijke locatie is, is er van echte plannen nog geen sprake. “Uit het onderzoek komen die plannen ook niet. Er komen adviezen. De plannen die wij daaruit voort zouden laten komen, kunnen inderdaad rekenen op subsidie van het Rijk. Maar dat zegt niets over de concrete inhoud ervan.” Hij begrijpt de zorgen, maar drukt nogmaals op het hart: “Er zit heus niet ergens een groepje mensen in een achterkamer te bepalen wat hier gaat gebeuren. Dat is nog altijd aan de Zwolse raad.”

Vullers en Hovestad wisselen een blik. Ze vinden dat de gemeente Zwolle niet genoeg naar buiten treedt met updates over het verloop van het onderzoek. Daarbij ziet het duo ook andere tekenen aan de wand waardoor ze verwachten dat verandering aanstaande is in Vechtpoort. “De afgelopen jaren zijn er in onze wijk wel vaker kleine aanpassingen geweest in bestemmingsplannen, die het toekomstig uitbouwen van plannen makkelijker zou maken. Dat is een beetje té toevallig, wat ons betreft.”

2021-12-30 13_23_34-6 Dijkzichtweg - Google Maps.pdf en nog 5 andere pagina's - Persoonlij
DE GROEI VAN ZWOLLE: Over

DE HEREN ZIJN NIET PER DEFINITIE TEGEN DE GROEI VAN ZWOLLE.

Wat hen betreft mag er ook heus wel gebouwd worden in Vechtpoort.

“Maar in overleg met de bewoners van Berkum en passend bij de omgeving,” stelt Vullers. In de volksmond, door Wim Hovestad en John Vullers en ook in een aantal gemeentelijke documenten is gebied Vechtpoort alvast verdeeld in twee delen: Vechtpoort 1 en Vechtpoort 2. Klik voor meer ideeën en informatie op de locatiebuttons op de kaart.

DE GROEI VAN ZWOLLE: HTML Embed

Wim Hovestad en John Vullers zijn niet de enigen die proactief bezig zijn met de eventuele komst van een nieuwe wijk in Vechtpoort.

Een rondvraag in de buurt wees uit dat er, zeker nét buiten de kern van Berkum, op dit moment al grond wordt opgekocht. “Dat begon jaren geleden al, maar pas geleden is er een stuk grond van anderhalve hectare versplinterd in 27 kleine perceeltjes die allemaal verkocht zijn aan particuliere beleggers”, weet Hovestad. Het duo puzzelt daarna bij elkaar dat ook de grond van een twee-onder-een-kapsboerderij net buiten het centrum van Berkum recent werd opgekocht en buurtbewoner Marco Felix geeft aan dat de grond rechts van zijn huis sinds een tijdje in beheer is van bouwbedrijf Trebbe.

Diens commercieel manager bevestigt dat uiteindelijk: “We hebben daar inderdaad grond liggen, maar we kunnen er nog niks mee. De gemeente moet er eerst bouwgrond van maken.” En dat vindt hij maar lang duren. “We lobbyen flink, maar er zit nog geen schot in de zaak.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

HANGT HET DAN ECHT AF VAN DE GEMEENTE WAAR WEL OF NIET GEBOUWD MAG WORDEN?

“Als het er uiteindelijk op aankomt: ja. Maar er zijn natuurlijk veel meer belangen die spelen”, legt Peter Boelhouwer, hoogleraar housing systems, uit.

Hij legt haarfijn uit hoe de banden lopen als het aankomt op het bouwen van een nieuwe wijk. Stel het MIRT-onderzoek toont inderdaad dat Vechtpoort de meest ideale locatie is, hoe gaat het dan verder? “Er zijn een aantal scenario’s mogelijk”, stelt Boelhouwer.

“Soms is de gemeente grotendeels al eigenaar van de grond”, begint hij. “Dat is natuurlijk het makkelijkst, want de gemeente kan dan een gebied ontwikkelen of laten ontwikkelen op een manier die zij het beste vindt.” Dit geldt in Vechtpoort voor het noordelijke deel van het gebied.

“Dan is er een scenario dat vaak geldt voor kleinere bouwgronden en projecten”, vervolgt Boelhouwer. “Vaak zijn dit soort gronden in bezit van particulieren. De gemeente heeft dan minder invloed en zal meer water bij de wijn moeten doen als ze wel invloed wil hebben.” Gezien het in Vechtpoort om een gebied van formaat zal gaan, acht Boelhouwer dit scenario daar niet heel realistisch.

“Als laatste is er de tussenvorm. Die zien we het vaakst. De grond is dan deels in bezit is van de gemeente en deels in handen van ontwikkelaars en bouwbedrijven”, zegt Boelhouwer. “In goed overleg worden gronden soms teruggekocht van zulke marktpartijen, onder de afspraak dat ze weer herverdeeld worden onder die partijen op een manier waarvan de gemeente denkt dat dit het beste is.” De marktpartijen behouden zo hun bouwrecht en aandeel in de ontwikkeling van een nieuwe wijk en de gemeente houdt stedenbouwkundig en planologisch de regie.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

VERDIEPING VAN DE SCENARIO'S

Scenario 1

“Als de grond in bezit is van de gemeente, kan zij ervoor kiezen om het helemaal in eigen beheer te ontwikkelen. Dat wordt alleen bijna nooit gedaan. Vaak zoekt de gemeente de samenwerking op met corporaties en marktpartijen. Het wordt dan een publiek-private samenwerking. De gemeente stelt een bestemmingsplan op voor de hele nieuw te bouwen wijk, waarbinnen de verschillende ontwikkelaars moeten opereren”, omschrijft Boelhouwer het eerste scenario.

Scenario 2

Het tweede scenario kan zich afspelen als de grond in bezit is van particulieren of investeerders. “Op het moment dat iemand een stuk grond bezit waarvan bepaald wordt dat er op gebouwd mag gaan worden, heb je als eigenaar de bouwrechten”, vervolgt Boelhouwer. Daar wordt handig mee omgesprongen op de grondmarkt. “Soms kopen investeerders of ontwikkelaars al stukken agrarische grond waarvan ze verwachten dat het bouwgrond gaat worden in de toekomst, zodat zij daar dan de bouwrechten krijgen.”

Dit is wat onder andere bouwbedrijf Trebbe heeft gedaan in Vechtpoort. Maar ook hier geldt dat de gemeente, mocht die het gebied aanwijzen als locatie voor een nieuwbouwwijk, een bestemmingsplan opstelt waarbinnen een bedrijf als Trebbe zou moeten ontwikkelen. “Maar omdat zij natuurlijk de grondeigenaren zijn, én niet alles vastgelegd kan of mag worden in een bestemmingsplan, hebben zulke bedrijven een aardige invloed op wat er gebouwd kan worden.”

Voor gemeentes is dit niet de ideale situatie. Op deze manier ontwikkelt een bedrijf de plannen, terwijl de gemeente niet zeker weet of de plannen van dat bedrijf wel de beste optie zijn voor het gebied. Een commerciële ontwikkelaar dient immers een ander doel dan de gemeente, die de burger vertegenwoordigt.

Scenario 3

In dat geval is de tussenvorm mogelijk. Stel, een grote partij koopt grond met in het achterhoofd dat de gemeente daar eventueel bouwgrond van wil maken. Het komt vaak voor dat een gemeente dan, als het zover is, contact zoekt met de grondbezitter. “Zij kunnen onderling afspreken dat de grondbezitter de grond in eerste instantie terugverkoopt aan de gemeente, maar in ruil daarvoor wel mag mee-ontwikkelen in het project”, vertelt Boelhouwer.

DE GROEI VAN ZWOLLE: Lijst

VOLGENS BOELHOUWER VERSCHILT HET PER GEBIED WELK SCENARIO DE BESTE OPTIE IS.

Maar hij denkt dat de eventuele ontwikkeling van een wijk op locatie Vechtpoort zal lopen via scenario drie: de tussenvorm. “Het zou handig zijn als de gemeente nu al wet voorkeursrecht zou laten gelden op bepaalde stukken grond. Dan heeft zij, als de eigenaren overgaan tot verkoop, als eerste de mogelijkheid om de grond aan te kopen.” Op die manier kan de gemeente speculanten die bijvoorbeeld boeren willen uitkopen voor zijn en zo een boel gedoe rondom bouwrechten voorkomen.

Gemeente Zwolle laat desgevraagd in een schriftelijke reactie weten zij dat op dit moment geen wet voorkeursrecht laat gelden op gronden in het gebied. Hoe waarschijnlijk het is dat er een grote, nieuwe wijk komt aan de rand Zwolle op locatie Vechtpoort, laat de gemeente dan ook nog even in het midden. Maar manier waarop wethouder Anker spreekt over de locatie, toont dat het wel degelijk een grote kanshebber is. “In januari 2022 wordt het MIRT-onderzoek afgerond”, zegt wethouder Anker. “Vanaf daar kijken we verder.” Hij benadrukt dat het onderzoek, net als de omgevingsvisie, de focus legt op inbreiding. “Eigenlijk staat inbreiding op één, desnoods wordt er gekeken naar uitbreiding. Vanuit dat perspectief wordt er onderzocht.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst
IMG_20211208_114647.jpg

ER STAAN DUS EEN BOEL SCHIJNWERPERS OP ZWOLLE.

Het MIRT-onderzoek, de ambities van de gemeente, de nieuwe bewoners.

“Als andere steden toch eens zouden weten waardoor Zwolle als stad zo succesvol en aantrekkelijk is, zou iedereen haar na-apen”, zegt Trond Husby van het Planbureau voor de Leefomgeving. Hij bracht samen met zijn collega’s en het CBS de aanstaande groei van Zwolle in kaart. Deels komt volgens hem de beraamde groei voort uit een positief migratiesaldo: als enige windrichting van Nederland heeft het oosten van het land een hoog aantal zich vestigende inwoners en een laag aantal vertrekkende inwoners. Datzelfde fenomeen geldt voor Zwolle als stad.

Daarbij is er in de Hanzestad een hoog geboortecijfer: de jongvolwassen en hoogopgeleide nieuwe bewoners waar hoogleraar Latten over spreekt, vallen veelal in de leeftijdscategorie 20 tot 40. Het hoge geboortecijfer is daardoor geen toeval, stelt Husby. “Mensen tussen de 20 en 40 zijn ook degenen die kinderen krijgen als ze dat kunnen en willen. Die twee gegevens gaan dus hand in hand.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Over

Hoogleraar Latten wijst, naast de aantrekkingskracht van de onderwijsopties en het soort-zoekt-soorteffect, nog een ander belangrijk aspect aan dat Zwolle aantrekkelijk maakt. “De goede bereikbaarheid van Zwolle is een enorm voordeel. Stel je werkt in de Randstad, dan ben je daar binnen een uur. Die kant op verhuizen hoeft dus niet meer, dus er zijn steeds minder redenen om te vertrekken.”

Tanja Traag, hoofdsocioloog bij het CBS, maakt de formule voor de groei van Zwolle compleet: “Een gemeente gaat rekenen en plannen maken vanuit onze prognoses. Een gevolg daarvan kan bijvoorbeeld een nieuwe wijk zijn aan de rand van de stad. Maar als je een nieuwe wijk bouwt om de verwachte groei op te vangen, trekt de groei juist ook aan. Dat geldt ook als je flink gaat inbreiden in een stad. In een nieuwe wijk komen jonge starters wonen, of gezinnen vestigen zich er. Daardoor gaat de bevolkingsgroei soms nog harder dan ingeschat.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst

KUN JE DAT ALS GEMEENTE OOIT BIJBENEN?

“Nee, dat denk ik niet”, zegt wethouder Anker. “Ik denk niet dat er ooit een moment komt in de komende 10 jaar waarop we denken ‘Hèhè, we hebben teveel huizen.’ Daarvoor reageert de woningmarkt eigenlijk te traag.” Zwolle blijft volgens hem een topografisch knooppunt, “en knooppunten trekken aan. Ik denk dat dat nog een lange tijd zo blijft.”

DE GROEI VAN ZWOLLE: Tekst
bottom of page