Hoe verwarmen we onze huizen in de toekomst? Groene stroom en energie hebben we straks in overvloed, maar hoe slaan we het op? De ‘simpele’ basalt-batterij van uitvinder Cees van Nimwegen kan zorgen voor een doorbraak.

Warmtenetten, warmtepompen en waterstof: er wordt op dit moment van alles uit de kast getrokken om onze huizen in de toekomst van warmte te voorzien. Dat doen we nu nog grotendeels met gas, maar uiteindelijk zullen we, vanwege de dichtgedraaide Groningse gaskraan, van deze jarenlange verslaving moeten afkicken.

Inmiddels zijn er voldoende duurzame energiebronnen om een groot deel van die behoefte op te vangen (denk aan groene stroom uit zonne- en windenergie die warmtepompen aandrijven). Maar de bottleneck in de energietransitie is opslag: hoe zorgen we ervoor dat we al die duurzame energie opslaan, kunnen hergebruiken en vooral niet verspillen?

Tegenlicht-regisseur Rob van Hattum ziet het zelfs als de ‘heilige graal’. Hij maakte een uitzending over verschillende superbatterijen die ons flink op weg kunnen helpen in de energietransitie. Immers, in 2050 moet de CO2-uitstoot met 95 procent zijn teruggebracht.

Basalt kun je gewoon kopen bij de bouwmarkt

In de ‘Race om de superbatterij’ kwamen flink wat cowboys voorbij. Zo bouwt het Zwitserse bedrijf Energy Vault een blokkenbatterijtoren die gebruikmaakt van zwaartekracht om overtollige energie op te slaan. In 2019 ontvingen de Zwitsers 100 miljoen euro aan investeringen. Op het oog dure hightech, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Doe-het-zelver Cees van Nimwegen bewijst al jaren het tegendeel met zijn uitvinding: de basalt-batterij.

De 77-jarige Van Nimwegen werkte jarenlang bij Philips en begon daarna zijn eigen bedrijf. Toen hij dat verkocht, was er na zijn pensioen voldoende tijd over. De energietransitie ging hem al langer aan het hart, zegt hij in een telefoongesprek met VPRO Tegenlicht: ‘Ik bleef de hele tijd maar denken: hoe kun je die energie nou opslaan? Want daar gaat het natuurlijk om.’ Alles valt en staat volgens hem met warmte.

’Ik bleef de hele tijd maar denken: hoe kun je energie nou opslaan?'

Zijn oog viel eerst op verwarmd water, maar ja, dat gaat natuurlijk koken bij 100 graden. Geen goede opslagmethode dus. Toen kwam hij uit bij steen en een poosje later bij basalt: vulkanisch gesteente dat je kan kopen bij de bouwmarkt, dat spotgoedkoop is, en misschien wel het belangrijkste: materiaal dat je op kunt warmen tot 500 graden celsius.

Het basaltgesteente komt vooral uit onze buurlanden, uit de Belgische Ardennen en de Duitse Eifel. Vroeger lagen ze nog wel eens als golfbrekers in de zee, zegt Van Hattum. Maar inmiddels steeds minder.

‘Ik begon na te denken wat ik met basalt kon doen,’ vertelt Van Nimwegen. ‘Je moet ervoor zorgen dat de energie erin en eruit kan. Dat deed ik door buizen in het basalt aan te leggen.’ Die buizen verwarmde hij met groene stroom van windmolens en zonnepanelen. Door elektrische spanning op de buizen te zetten worden deze heet en geven de warmte af aan het basalt. Als er warmte in de winter nodig is – dan hebben we dat immers het hardst nodig - wordt lucht door de buizen geblazen. De lucht warmt water op en via een lokaal warmtenet komt de warmte bij de huizen terecht. De basalt-batterij is dus een constante warmtebron. Mits je ‘m heel goed isoleert. Met steenwol bijvoorbeeld.

Van Nimwegen vroeg een patent aan, maar zijn basalt-idee verkopen lukte niet goed. Tot iemand van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij – een dienst die ondernemers bijstaat - tegen hem zei: ‘Je moet gewoon zo’n systeem bouwen. Dan kunnen mensen het ook echt zien. ’

Met de isolatie ging het bijna mis

In een schuur van een kennis, een horeca-uitbater in Sint Oedenrode, ging Van Nimwegen aan de slag en bouwde hij zijn batterij. De 50.000 euro die daarvoor nodig was, betaalde hij zelf. Twee jaar geleden was-ie dan eindelijk af. Het klinkt misschien simpel, 100.000 kilo basalt met een stalen buizenstelsel in een geïsoleerde zeecontainer, maar de ontwikkeling ging met horten en stoten. Zoals bij elke uitvinding trouwens. Je ontdekt iets, maar dan moet je het nog perfectioneren en zorgen dat het ook echt werkt.

Juist de isolatie bleek een probleem, zegt Van Nimwegen. De batterij moet aan alle kanten dichtzitten, anders verliest het rap zijn warmte. Hij had zelfs te maken met een brandje. ‘Op een gegeven moment begon de steenwol toch wat te zakken. Na een paar weken was de steen zo heet geworden dat de warmte “lekte” naar het houten dak van het schuurtje. Toen vatte het vlam.’

Van Nimwegen brak de bestaande isolatie af en verving het voor een verbeterde isolatieschil. Tot alles weer helemaal werkte. Hij houdt nu alleen nog maar af en toe de temperatuur in de gaten. In de toekomst moet ook die check automatisch gaan, zegt hij.

Als huishouden alleen heb je er niet veel aan

De aansporing om toch vooral reclame te maken, bleek een gouden vondst. Toen Ad Vlems uit Boekel een kijkje kwam nemen bij de schuur, was hij verkocht. Vlems is mede-initiatiefnemer van Ecodorp Boekel – een coöperatie van burgers die zo zelfvoorzienend en duurzaam mogelijk willen leven. Hij is er al tien jaar bij betrokken. Het basalt-systeem bleek naadloos in zijn plan te passen. 36 cirkelvormige woningen en een clubhuis in het Ecodorp zullen erop worden aangesloten. ‘In mei dit jaar gaan ze beginnen met de bouw,’ aldus Van Nimwegen. Voor het project kregen Vlems en hij 500.000 euro subsidie.

‘De aansporing om toch vooral reclame te maken, bleek een gouden vondst'

Vlems is enthousiast. ‘Dit is wat we nodig hebben,’ zegt hij glunderend tegen regisseur Van Hattum. Toch denkt niet iedereen er zo over. Van Nimwegen, die inmiddels het bedrijf NICE developments oprichtte, krijgt de basalt-batterij maar moeilijk aan de man gebracht bij de overheid. Die moet de energietransitie uiteindelijk toch aanzwengelen.

En dat is gek. In het Klimaatakkoord uit 2019 staat heel duidelijk dat de transitie van gas naar duurzame warmte vooral lokaal moet plaatsvinden. Per gemeente en zelfs per wijk verschilt wat er allemaal wel en niet kan. Op de ene plek kun je wel met aardwarmte uit de voeten, op de andere plek is het warmtenet aangesloten op een afvalverbrandingsinstallatie.

Voor al die strategieën afzonderlijk wordt heel veel geld geïnvesteerd, ook in de infrastructuur. Maar Van Nimwegen, die met zijn basalt-batterij een pasklare, praktische en kleinschalige oplossing zegt te hebben, komt er niet of nauwelijks tussen.

‘Grote gas- en energiebedrijven hebben hier helemaal geen baat bij,’ vertelt hij. Het ministerie van Economische Zaken luistert niet naar kleine spelers, vult zijn vriendin aan. Zij zit ook in het bedrijf en doet de PR. In Den Haag willen ze het groots en hightech aanpakken: ‘We krijgen veel aandacht van particulieren, maar bij de overheid krijgen we nul op ons rekest.’

Aan Rob van Hattum zal het niet liggen. Hij is helemaal om: als het even kan, zou hij zo een basalt-batterij in zijn tuin aanleggen. ‘Ik heb er de ruimte voor, dus waarom niet?’

Maar zo eenvoudig is het nou ook weer niet. Bij een warmtebehoefte van 10.000 kubieke meter begint de batterij pas rendabel te worden, verduidelijkt Van Nimwegen. ‘Het is ongeveer de maat die geldt voor Ecodorp Boekel.’ Als huishouden alleen, heb je er dus niet veel aan.